Personeel

Investeren in leraren en schoolleiders

Leraren en schoolleiders zijn bepalend voor de kwaliteit van een school. Dit betekent dat ook de kwaliteit van de leraren en schoolleiders zelf van doorslaggevend belang is.

 

Een tekort aan goede leraren en schoolleiders is funest voor het realiseren van onderwijsambities. Het is daarom cruciaal dat we investeren in leraren en schoolleiders. Zowel in opleiding als in begeleiding gedurende de eerste jaren van hun loopbaan, en ook in hun professionele ontwikkeling daarna.

 

In dit hoofdstuk leest u meer over leraren en schoolleiders in het voortgezet onderwijs en over welke tekorten er zijn. Aan het einde geven we zeven oplossingen om het lerarentekort terug te dringen en de positie van schoolleiders te versterken.

 

Bijna driekwart van het personeel staat als leraar voor de klas

Wie doet wat binnen de school?

In het voortgezet onderwijs werken ruim 100.000 mensen (83.308 fte's). Bijna driekwart van het personeel staat als leraar voor de klas. Ook een deel van het ondersteunend personeel is direct met leerlingen aan het werk, zoals onderwijsassistenten en intern begeleiders.

De verdeling van het personeel over de categorieën in de bovenstaande figuur (berekend in fte's) geeft een globaal beeld van de overhead. Het onderwijsondersteunend personeel kan echter niet volledig worden toegerekend aan de overhead, omdat een deel van deze medewerkers, zoals onderwijsassistenten, direct kan worden gekoppeld aan het onderwijs en daarmee niet kan worden gezien als overhead. In 2022 werken de PO-Raad en de VO-raad een preciezere definitie van overhead uit, die in een volgende sectorrapportage zal worden gebruikt.

26% van de leraren in het vo is 55 jaar of ouder

Het tekort aan leraren neemt toe

In het voortgezet onderwijs werken meer dan 75.000 leraren. Samen vervullen zij 59.662 fte's. Bijna twee op de drie leraren (62%) heeft een aanstelling van meer dan 0,8 fte. Een op de twaalf (8%) heeft een baan van 0,5 fte of minder. In het voortgezet onderwijs staan ongeveer evenveel vrouwen (51,4% naar aantal fte's) als mannen (48,6% naar aantal fte's) voor de klas. Een kwart van de leraren van de leraren is 55 jaar of ouder (26%, naar aantal fte's).

Het aantal leraren dat de komende jaren met pensioen gaat, is hoger dan de instroom van nieuwe leraren. Dit is een van de redenen voor het oplopende lerarentekort. De meest recente arbeidsmarktramingen (uit december 2020) gaan uit van een verwacht tekort van 1.263 fte's in 2024. In 2030 is het tekort bij ongewijzigd beleid 1.633 fte's. Dit is gebaseerd op de verwachte uitstroom en mogelijke instroom van leraren en gelijkblijvende omstandigheden.

Bij ongewijzigd beleid is het tekort aan leraren en directeuren in 2030 met 1.633 fte's gegroeid

Lerarentekorten verschillen sterk per vak

Het lerarentekort is het grootst bij de vakken wiskunde, natuurkunde, Duits, Frans, scheikunde, klassieke talen en informatica. Het is niet mogelijk om een hard getal te geven met betrekking tot de actuele tekorten. Daarom gaat het in de prognoses steeds om extra tekorten bovenop de huidige situatie.

Op dit moment wordt 4% van de lessen onbevoegd gegeven

Meer onbevoegd gegeven lessen

Steeds vaker moeten scholen noodoplossingen bedenken om alle vakken te kunnen aanbieden. Het percentage onbevoegd gegeven lessen neemt af en ligt nu rond 4,0%. Voor een aantal vakken is dit echter een stuk hoger. Dit zijn bijvoorbeeld gezondheidszorg en welzijn, techniek, informatica, maatschappijleer, economie, natuurkunde, scheikunde en wiskunde. Ook Engels en Nederlands, qua aantal uren grote vakken, hebben een hoger percentage onbevoegd gegeven lesuren.

Voor de nieuwe beroepsgerichte vakken in het vmbo, met name in de categorieën gezondheidszorg en welzijn en techniek, geven deze cijfers een enigszins vertekend beeld. Er bestaan nog niet altijd opleidingen voor deze nieuwe vakken en daarnaast vindt de omscholing van leraren in het kader van de nieuwe beroepsgerichte vakken nog plaats. Een aanzienlijk deel van de beroepsgerichte docenten techniek zal deze omscholing niet meer volgen omdat zij bijna pensioengerechtigd zijn.

Het takenpakket van de schoolleider

Er zijn verschillende functiebenamingen voor schoolleiders, zoals teamleider, afdelingsleider, (con)rector en (adjunct)directeur. Het takenpakket van een schoolleider is breed, zoals blijkt uit onderstaande figuur.

Het aantal schoolleiders neemt af

Zeven op de tien schoolleiders zijn afkomstig van binnen het voortgezet onderwijs. Zij stromen door vanuit andere functies en waren bijvoorbeeld leraar. Ongeveer drie op de tien nieuwe schoolleiders stromen in van buiten. De uitstroom van schoolleiders is stabiel: rond 12% per jaar. Omdat de werkgelegenheid voor schoolleiders iets is gedaald de afgelopen jaren, is het logisch dat de totale instroom (instroom en doorstroom) elk jaar lager is dan de uitstroom.

Het aandeel vrouwelijke schoolleiders groeit en het aandeel schoolleiders ouder dan 50 jaar daalt.  

Redenen om schoolleider te worden

Wat zou geïnteresseerden kunnen overhalen om schoolleider te worden in het voortgezet onderwijs? 31% van de leraren is eerder geneigd schoolleider te worden wanneer er tijd en ruimte is om een opleiding te volgen. Bijna 28% van de leraren zou de functie samen met een collega willen vervullen. Een kwart van de leraren zou kunnen worden overgehaald als zij de functie van schoolleider kunnen combineren met een andere functie (een deel van de leraren wil nog blijven lesgeven).

31% van potentieel geïnteresseerden in een schoolleidersfunctie die nu werken buiten het onderwijs, met leidinggevende ervaring/functie, zou eerder geneigd zijn om schoolleider te worden als ze het werk zouden kunnen uitproberen. 20% zou een overstap overwegen wanneer ze meer begeleiding zouden krijgen als startende schoolleider.

45% van de schoolleiders kreeg bij de start van de functie geen inwerkprogramma

Begeleiding startende schoolleiders kan beter

Speciale aandacht zal de komende jaren uitgaan naar de begeleiding van startende schoolleiders. Op dat punt is nog winst te behalen: 45% van de schoolleiders kreeg bij de start van de functie geen inwerkprogramma. Startende schoolleiders hebben wel behoefte aan een opleiding, bijvoorbeeld op het gebied van beleidsontwikkeling en leiderschap.

Schoolleiders en professionalisering

Steeds meer schoolleiders nemen deel aan professionaliseringsactiviteiten. Ongeveer 80% van de schoolleiders volgde in 2019 een of meerdere activiteiten. 23% van de schoolleiders ervaart belemmeringen om dit te doen. De meest genoemde zijn tijdgebrek (90%) en kosten (40%).

Het effect van de activiteiten is merkbaar: schoolleiders vinden dat ze door de professionaliseringsactiviteiten hun functie beter kunnen uitoefenen. Ook zien zij effect op de ontwikkelingen binnen hun organisatie.

De professionalisering van schoolleiders past steeds vaker binnen een Strategisch HRM-beleid op de school: 83% van de schoolleiders heeft minstens een keer per jaar een formeel gesprek over professionele ontwikkeling. 50% maakt afspraken over loopbaanontwikkeling.

Hoe dringen we het personeelstekort terug en zorgen we voor sterke schoolleiders? Zeven oplossingen van de VO-raad