Digitalisering

Coronacrisis zorgt voor professionaliseringsslag

In 2020 en 2021 waren de schoolgebouwen van het funderend onderwijs in Nederland door de coronacrisis twee keer langere tijd gesloten voor de meeste leerlingen. Zij kregen wekenlang thuis les en scholen gaven onderwijs op afstand. Dit bracht de digitalisering in het onderwijs in een stroomversnelling.

Iedere leerling een device

Niet iedere leerling had bij aanvang van de eerste lockdown een device tot zijn beschikking (laptop of tablet). Met behulp van een subsidie van het ministerie van OCW zijn in de eerste lockdown ongeveer 15.000 devices verdeeld over besturen in het primair en voortgezet onderwijs (maart-juni 2020 voor vo, tot half mei voor po). In de periode december 2020-februari 2021 kwamen daar nog eens 60.000 devices bij. Deze devices zijn door inkoopcoöperatie SIVON aangeschaft, die ook de distributie verzorgde. 

 

Duizend internetverbindingen

Niet alleen een device, maar ook een goede internetverbinding is essentieel voor online onderwijs. Inkoopcoöperatie SIVON heeft afgelopen jaar onderzocht hoeveel leerlingen en leraren thuis geen internet hadden. In samenwerking met KPN, T-Mobile en VodafoneZiggo werden verschillende oplossingen aangeboden, zoals gratis 4G, een hotspot of internetsimkaarten. Er werden ongeveer duizend verbindingen geregeld, die gratis beschikbaar werden gesteld door de providers.

ICT-infrastructuur voldoende

De meeste leraren in het voortgezet onderwijs die vanaf school afstandsonderwijs verzorgden, vinden de ICT-infrastructuur op school voldoende (27%) of ruim voldoende (63%). 83% vindt de ICT-infrastructuur thuis voldoende of ruim voldoende. 

Videoconferencing populair

Uit de Monitor hybride onderwijs van Kennisnet blijkt dat docenten in de periode van medio maart tot de zomervakantie van 2020 vooral gebruik hebben gemaakt van de computer en van videoconferencing (72% heel vaak en 15% vaak). Qua leermaterialen die werden ingezet, noemen zij vooral digitaal materiaal dat zij zelf hadden ontwikkeld of dat door collega’s was ontwikkeld (57% vaak of heel vaak) en digitaal materiaal van uitgevers (56% vaak of heel vaak).

Veel vragen voor Les op afstand

Bij onderwijs op afstand zijn veel meer mensen betrokken dan alleen leraren en leerlingen. Ouders spelen bijvoorbeeld een grotere rol dan bij onderwijs in de klas. Bij het loket van de website lesopafstand.nl, het centrale informatiepunt voor het organiseren van hybride onderwijs, stelden in de periode maart 2020-februari 2021 leraren, schoolleiders, schoolbestuurders én ouders meer dan 1.700 keer een vraag. De VO-raad startte deze website in samenwerking met Kennisnet, de PO-Raad en het ministerie van OCW aan het begin van de scholensluiting.

Alleen al in januari 2021 ontving lesopafstand.nl 70.000 bezoekers
Het afstands- onderwijs heeft tot een enorme profes- sionaliseringsslag op ICT-gebied geleid

De effecten van onderwijs op afstand

Het afstandsonderwijs was voor scholen een noodoplossing en elke school richtte het op zijn eigen manier in. Kennisnet heeft daarom de Monitor hybride onderwijs uitgezet, die door meer dan 5.000 mensen werd ingevuld. De monitor meet hoe scholen invulling hebben gegeven aan onderwijs op afstand tijdens de sluiting van de scholen. Hij werd uitgezet onder leraren, schoolleiders, bestuurders, ouders en leerlingen.

Snelle professionalisering van leraren
Schoolleiders en ICT-coördinatoren zijn positief over de vaardigheden van hun team in het gebruik van ICT. Een overgrote meerderheid is van mening dat de meeste leraren nu beter in staat zijn digitale leermiddelen in te zetten dan voorheen.

Leraren waren vooral positief over hun vaardigheden als het gaat om het online vinden van informatie (70% sterk tot zeer sterk). Ook zijn velen positief over hun vaardigheid in het gebruik van ICT in het dagelijks leven (66% sterk tot zeer sterk) en voelt de meerderheid zich op hun gemak bij het gebruik van digitale leermiddelen (47% sterk tot zeer sterk en 25% tamelijk sterk).

ICT en onderwijskwaliteit

Het afgelopen jaar is niet alleen de inzet van ICT toegenomen - waardoor het onderwijs voor een deel ‘gewoon’ door kon gaan - maar benaderen ook steeds meer scholen ICT en onderwijskwaliteit in samenhang; er is oog voor bewuste keuzes op het gebied van flexibel en locatieonafhankelijk werken. Technologie is daarbij niet het doel, maar een middel voor betere onderwijskwaliteit.

Ambities van leraren
In de Monitor hybride onderwijs werd aan leraren gevraagd welke ICT-toepassingen zij tijdens de coronacrisis hebben gebruikt. Door te kijken naar de mate van ICT-inzet en hybride onderwijs kunnen er binnen elke school vijf groepen leraren worden onderscheiden, van leraren die een kleine variëteit aan (digitale) toepassingen inzetten tot leraren die een grote variëteit aan toepassingen gebruiken in hun lessen.

De vijf groepen hebben elk hun eigen verwachting over de inzet van ICT in de toekomst. De groepen leraren die tijdens de coronacrisis relatief het minste ICT hebben ingezet (A en B), verwachten de grootste groei in hun toekomstige ICT-inzet. De groepen leraren die tijdens de coronacrisis ICT het meeste hebben ingezet (D en E), verwachten een minder grote groei in de toekomstige inzet van ICT bij hun lessen. Zij verwachten vooral bij de communicatie met ouders en leerlingen minder gebruik te maken van ICT. Deze afname is mogelijk te verklaren doordat intensieve ICT-gebruikers de digitaliseringsslag die de sector heeft gemaakt, willen verduurzamen.

 

Verwachtingen van schoolleiders
Twee derde van de schoolleiders en ICT-coördinatoren verwacht dat leraren ook in de toekomst (heel) vaak gebruik zullen maken van digitaal leermateriaal. Bijna de helft denkt dat leerlingen (heel) vaak zullen werken met oefensoftware.

Publieke regie is nodig bij inzet digitale technologie

Goede inzet van digitale technologie verrijkt het onderwijs en kan een bijdrage leveren aan complexe onderwijsvraagstukken. Het vergroot echter ook onze afhankelijkheid van de technologie en de bedrijven erachter. Dit leidt tot problemen op het gebied van privacy en beveiliging. Alleen door samen te werken kan het onderwijs sturing geven aan technologische ontwikkelingen en zo publieke waarden en belangen borgen.

Dat samenwerken loont, bleek onder andere uit de overeenkomst die inkoopcoöperatie SIVON namens het onderwijs in 2021 sloot met Google, waarmee eerder geconstateerde privacyrisico’s bij Google Workspace worden aangepakt.